Je acht het niet voor mogelijk maar in de serre van Kurt Peerts in de Poelinckstraat groeien druiven, die je in de Rhône vindt. Met Grenache, Syrah en Mourvèdre heeft hij net zijn eerste wijn gevinifieerd. Het werd een frisse, fruitige witte wijn die we ook mochten proeven.

Peerts Horticulture is een tuinbouwbedrijf uit Lochristi, dat gespecialiseerd is in de sierteelt van Azalea Indica, Rhododendron, Hydrangea macrophylla (Hortensia) en Photinia freseri ‘Red Robin’. Daarnaast bieden ze een ruim assortiment aan van bloeiende en groene potplanten voor zowel binnen als buiten.

Het wijnavontuur startte zo’n 3 jaar met de aanplant van chardonnay, pinot noir en meunier buiten. Dit zijn ook de hoofddruiven van Champagne waar er in totaal 7 toegelaten zijn, de nieuwe testvariant voltis niet meegerekend. Van deze druiven wordt door Kurt een mousserende roséwijn gemaakt, die nu aan zijn tweede gisting toe is en die wellicht volgend jaar op de markt komt. Deze periode ‘sur lattes’ is belangrijk voor de verdere smaakontwikkeling.

In de serre groeien grenache, syrah en mourvèdre. In de Rhône maakt men er een krachtige blend in rood van, die vaak ook op vaten gelagerd wordt. In Lochristi koos men voor wit, wat bij mijn weten een absoluut unicum is ook in de combinatie van rassen en binnenteelt.

De eerste wijn is pas gebotteld en wordt binnenkort ook verkocht. MAJU-wijn is de naam en is te danken aan zoon en dochter Jules en Marie. De website is in opbouw en ook een etiket moet nog worden ontworpen maar op Facebook zijn ze al actief. Dit edel druivensap bevat 11.5% alcohol en is jong te drinken bij warm zomerweer of ook in combinatie met oesters en zeevruchten.

Overijse was ooit heel bekend voor zijn tafeldruiven uit de serre maar deze teelt kreeg een ferme oplawaai toen de olieprijzen in 1973 de pan uit rezen. Druiven voor wijn hoeven geen verwarming maar de omschakeling kwam er niet echt.

De wijngaard en zijn 1.200 stokken wordt zowel binnen als buiten conventioneel gerund. In de serre is het droog en de druivenstokken worden niet beregend maar krijgen hun noodzakelijk water van op de bodem. Zo worden schimmelziekten (meeldauw, valse meeldauw) vermeden. Zwavel wordt ook gebruikt, wat is toegelaten in de biologische teelt.